Dit is ons gras.

Vroeger kwamen er nog wel eens ongeregeldheden, zoals eenden of mensen.

Maar die eenden hebben we mooi weggejaagd. Die mensen gaan vanzelf wel weg als het rotweer is, en ze zijn bij nader inzien wel handig: daar komt brood uit!

Luister!

Toen de kleintjes nog kuikens waren, moeste ze vooral uit de buurt van de mensen blijven. Maar die kuikens werden groter, en eigenwijs dat kuikens zijn!

Dus die kuikens hebben uitgevonden, dat het brood van de mensen uit een hand komt. En daar pikken ze het gewoon uit.

Dan kan je wel zeggen dat zoiets ongans is, maar daar luistert niemand naar. En het verschil tussen brood en vinger is ook niet goed te zien met een snavel tussen mijn ogen. Eigenlijk vind ik, dat je zoiets niet doet als gans zijnde, maar als ik eten zie, eet ik het welwillend op. En mevrouw gans vindt het eng. Maar toch wel lekker. Dus die haalt diep adem, doet haar ogen dicht en doet dan een hap richting hand. Soms heeft-ze dan brood, en soms alleen vinger, en soms mist ze helemaal. En dan gaat ze op een afstandje verontwaardigt staan kwaken.

Terug